Schaamteloos cynisme van AH

Een beter milieu begint niet bij jezelf. De vuistregel is: Wanneer overheden gaan wijzen naar de burger of multinationals gaan wijzen naar de consument, dan is dat een afleidingsmanoeuvre om zelf niets te hoeven doen. Op het moment dat ik de hosanna berichten op LinkedIn voorbij zag komen dat AH gaat experimenteren met True Pricing (op maar liefst één product: koffie, in maar liefst drie AH to go vestigingen, bij elkaar opgeteld misschien dus wel anderhalve vierkante meter winkeloppervlak) was mijn eerste reactie dan ook ‘een beetje overgeven in mijn mond’.

True pricing

True Pricing is een methodiek die is ontwikkeld door de Wageningen Universiteit waarmee je de ‘echte’ prijs van een product kunt berekenen. Je houdt dan rekening met de kosten voor milieu en arbeid. Koop je bij AH zo’n bakkie koffie tegen de True Price, dan betaal je als klant meer. Want je betaalt de leveranciers fatsoenlijk. En je betaalt de kosten voor de natuur. Op een bekertje vieze to go koffie bij AH betaal je dan dus niet de reguliere € 2,00, maar je betaalt 8 cent extra: 4 voor arbeid, 4 voor milieu.

Behavioral economics

Zet dat zoden aan de dijk? Nee natuurlijk niet. Ten eerste moet je maar geloven dat AH die 8 cent niet gewoon in de eigen zak steekt en ik zie niet direct aanleiding om Ahold enige integriteit toe te dichten. Daarnaast is er vanuit behavioral economics geen reden om te denken dat mensen geneigd zijn om meer te betalen voor het in hun ogen zelfde product. En tenslotte zullen mensen zich volkomen terecht afvragen ‘waarom betaalt AH niet gewoon zelf fatsoenlijke inkoopprijzen voor hun rommel zonder de verantwoordelijkheid bij de consument neer te leggen?’.

Kansloos experiment

AH maakt mooie sier (lovende krantenartikelen) met een actie waar zij zelf geen cent voor hoeven te betalen. Wanneer dit mislukt kunnen ze ook nog eens wijzen naar de klant zelf die ‘dit klaarblijkelijk niet wil’ (*handen in onschuld wassend). En dat vervolgens gebruiken om nog veel langer niks te doen aan echte verandering.

Door dit True Price experiment geeft AH toe zich bewust te zijn dat zij met al hun andere producten niet de inkoopprijs betalen die hun leveranciers en onze planeet wel nodig hebben. Maar in plaats van daar echt iets aan te doen, omdat ze bij AH onze kinderen ook een leefbare planeet gunnen, laten ze hun klanten betalen voor een kansloos experiment en proberen dat te verkopen als duurzaam. En dat is schaamteloos cynisch.

Foto door Vie Studio: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/drinken-rustiek-stilleven-koffiekop-4856567/

ChatGPT begrijpt er helemaal niets van

Oké, inmiddels is dus wel duidelijk ChatGPT je schoolverslagen kan schrijven, je website teksten en je complete bedrijfsstrategie. Gaaf hoor. In plaats van kennis over een onderwerp te krijgen, hoef je nu ‘alleen’ nog maar te leren hoe je een goede opdracht voor een AI taalmodel schrijft*. Maar wat zegt dat eigenlijk over ons, dat we ons zo makkelijk om de tuin laten leiden? En dat we liever vertrouwen op taalkundige kansberekening dan op echt nadenken?

ChatGPT is niets meer dan kansberekening

ChatGPT heeft geen idee van wat je schrijft, nog van wat er als reactie op wordt teruggegeven. Wat het GPT-3 taalmodel achter ChatGPT doet is in feite niets meer dan statistiek; op basis van een immens complexe formule waar een onvoorstelbare hoeveelheid tekst doorheen is gegaan voorspelt ChatGPT welk volgend woord het meest waarschijnlijk is. En om de geproduceerde teksten mooier te maken, wordt een klein scheutje toeval aan toegevoegd; het taalmodel gebruikt niet altijd het meest waarschijnlijke woord. Af en toe kiest het model willekeurig een woord dat net iets minder waarschijnlijk is. Zodat een tekst voor bijvoorbeeld 80% uit de statistisch meest aannemelijke keuzes bestaat. Dit noemen we dan een ‘temperatuur’ van 0,8. In een schitterende blog van Stephen Wolfram kun je lezen dat op basis van ervaring, zonder theoretische onderbouwing, is gebleken dat een temperatuur van 0,8 ongeveer ideaal is. De teksten kloppen en zijn net onvoorspelbaar genoeg in variatie om menselijk te lijken.

ChatGPT is geen bedreiging voor het onderwijs

ChatGPT geeft dus allerlei antwoorden en adviezen, zonder ook maar enig benul te hebben van wat er gevraagd wordt. Zonder enig begrip van de materie waar je over vaagt en zonder ook maar enig begrip van wat het nu eigenlijk zegt. Dit zal niet iedereen verbazen. We kennen uiteindelijk bijna allemaal wel een mens die zonder enig verstand van zaken allerlei indrukwekkend ogende woorden op papier neerkwakt en dat dan een advies of beleidsstuk noemt.
Docenten die zich zorgen maken over verslagen die nu door ChatGPT worden geschreven en niet door leerlingen zouden zich eens achter de oren moeten krabben over de methode waar ze al die jaren op hebben vertrouwd. Want het is een feit dat ChatGPT het eigen verslag niet begrijpt. En het is dus ook een feit dat je een goed cijfer kunt krijgen voor een verslag over een onderwerp waar je niet van begrijpt. Dus wat hebben al die docenten al die jaren dan eigenlijk gemeten? Legt ChatGPT niet eerder een tekortkoming in het onderwijs bloot, dan dat het er een bedreiging voor vormt? De huidige meetmethodiek meet blijkbaar alleen of je de juiste (op te zoeken) woorden in een grotendeels logische volgorde weet te plaatsen. Het meet niet of je ook echt de kennis hebt waarvoor je een cijfer krijgt.

Toeval en schijn-creativiteit

Nou ja. Wellicht meer verrassend dan dat je ergens kloppende teksten over kunt maken zonder begrip van het onderwerp, is dat teksten ‘beter’ worden (of: ‘natuurlijker overkomen’) wanneer er randomness wordt toegepast. Creativiteit door toevoeging van een vleugje (idealiter 20%) toeval. De output van ChatGPT is niet volledig voorspelbaar doordat er toeval is voorgeprogrammeerd. Schijn-creativiteit dus. En juist die onvoorspelbaarheid maakt de output menselijker. Mensen geven dus de voorkeur aan een statistisch sub-optimaal resultaat boven de ideale uitkomst.

ChatGPT is voor intelligentie wat social media zijn voor contact

Elk antwoord dat ChatGPT geeft is een mix van statistische voorspelbaarheid en voorgeprogrammeerd toeval. Je krijgt antwoorden zonder begrip. Dergelijke Large Language Models zijn voor intelligentie, wat social media zijn voor menselijk contact; een verslavend, potentieel schadelijk surrogaat. Wanneer je van ChatGPT een voorgebakken antwoord krijgt dat ook op echte wijsheid lijkt, waarom zou je dan eigenlijk nog de moeite doen om zelf na te denken?
En omdat alles wat ChatGPT lijkt te weten is gebaseerd op alles wat er al was en het daar zelf niets aan toe kan voegen, anders dan toeval, zal er van ChatGPT nooit vooruitgang komen. ChatGPT snapt niet welk idee nieuw is, welk idee een verbetering is, of wat een wenselijke ontwikkeling is. ChatGPT snapt niks, helemaal niks.
Zo moeten we het dan ook benaderen, als een extreem geavanceerd stuk gereedschap. Net als destijds het internet, gaan AI taalmodellen de wereld veranderen op manieren die we nu nog niet eens kunnen bedenken. Maar we zullen zelf moeten blijven denken, creëren, innoveren en verbeteren.

Dus als je schrijfwerk over wil laten aan ChatGPT, dan kan dat alleen als het niet echt belangrijk is dat de schrijver de materie begrijpt. En als creativiteit voor jouw schrijfwerk, of het nu een webtekst, beleidsstuk of strategische visie is, niet nodig is.
Maar als aan die beide randvoorwaarden is voldaan, dan is jouw schrijfwerk eerlijk gezegd al bij voorbaat zinloos en overbodig.

*Prompts

Er word nogal makkelijk overheen gestapt hoe je er voor kan zorgen dat ChatGPT ook datgene produceert wat je wil hebben. Een goede prompt (opdracht) schrijven blijkt nog niet eenvoudig. En we moeten niet overschatten hoeveel mensen daar uiteindelijk toe in staat blijken. Geen overbodige luxe om hier middels onderwijs in te investeren.
De hoogte van je IQ alleen is niet allesbepalend. Ik heb de afgelopen jaren wel zo vaak meegemaakt dat allerlei op hoog niveau functionerende academici niet in staat bleken om een goede zoekopdracht te formuleren voor Google dat ik daar geen vertrouwen meer in heb.

Ondanks wat al die ultrakorte ‘how to’s’beloven, heb je in sommige gevallen bijna een AI bot nodig om je te helpen een goede prompt te schrijven om een andere AI bot te laten doen wat je eigenlijk wil.

Afbeelding gegenereerd door open.ai/images op basis van de tekst van deze blog

Een jaartje op Twitter

“Nou, dat was met jaartje wel”. Is dat nog een acceptabele zin, zo in de tweede helft van januari? Hangt er natuurlijk maar net vanaf wanneer je precies bent begonnen aan je cyclus van omstreeks 365 dagen natuurlijk.

Er is in het afgelopen jaar natuurlijk een heleboel gebeurt, maar ik wil voornamelijk even inzoomen op een jaar actief zijn op Twitter. Want net zoals ontzettend veel andere mensen van mijn leeftijd heb ik al jarenlang een Twitter account, maar deed ik er niks mee. De app lag een beetje digitaal te verstoffen ergens tussen de andere apps op mijn telefoon die het niet meer gered hadden tot een startscherm. Maar mijn account bestond nog wel en telde mee in alle statistieken rondom populariteit van social platforms. De precieze aanleiding weet ik niet meer, het zal iets met Covid te maken gehad hebben, besloot ik eens te kijken wat er op Twitter nu eigenlijk gedeeld werd over een bepaald onderwerp. En dat leidde er uiteindelijk toe dat ik het grootste gedeelte van 2022 een min of meer actieve Twitteraar werd.

‘min of meer’ inderdaad. Want alhoewel ik af en toe best leuke, interessante of uitdagende interacties had met mede-twitteraars, meestal kostte het meer energie dan het opleverde. En soms, in de woorden van Gerard Joling, had ik er even de kracht niet meer voor. Überhaupt iets wat een bekend fenomeen is, want ik heb meerder malen mensen zien delen dat ze even op een Twitter break gingen. Even weg van het gezeik dus eigenlijk. Eigenlijk best raar dat mensen zich daar dus vrijwillig en onbezoldigd aan bloot willen stellen. Maar menselijk gedrag is nu eenmaal allesbehalve rationeel.

Volgens mijn observatie wordt Twitter bevolkt door twee groepen mensen; de mensen met ongeveer 100 of minder volgers, en mensen met rond de 1500 tot 2500 volgers. Dat schijnt zo’n beetje de bovengrens te zijn van follow-Friday acties, waarbij Twitteraars beloven iedereen die hen die dag volgt te gaan terugvolgen. Omdat de mensen die je dan gaat volgen, jou worden aangeraden door een Twitter algoritme, ontstaan zo een heleboel mini-bubbels waarin iedereen grotendeels dezelfde 1 a 2 duizend volgers heeft, aangevuld met een stuk of honderd familie, vrienden en collega’s. In hoeverre deze mensen in aanraking komen met andere meningen dan uit hun eigen bubbel is afhankelijk van deze pakweg 100 mensen, maar dat heb je zelf niet zo in de gaten. Je weet vaak niet dat je in een 2500-Twiteraars-bubbel zit vol met vooral complotfascisten, haatwijven, laag-IQ-wappies of aandachtshoeren omdat Twitter vreemd genoeg altijd heeft nagelaten om deze groepjes van passende tags of titels te voorzien. Er wordt een continue stroom van menings-bagger rondgepompt onder dezelfde groep mensen in de veronderstelling dat men nuttig bezig is. Het is heel verleidelijk om te denken dat wat je hebt geschreven ‘ertoe doet’ wanneer je 100 likes krijgt op je ‘WEF trol!’ reactie.

Maar wat er op Twitter gebeurt, doet er dus eigenlijk bijna nooit toe. Ondanks dat de meest fanatieke Twitteraars vooral afgeven op de traditionele media (MSM) is dat waar zij ’s nachts een natte droom van krijgen toch vooral om een keer met hun tweetje vermeld te worden in een nieuwsbericht in de NOS app of geciteerd tijdens het Jeugdjournaal. Iets waar deze luie journalisten mee zouden moeten stoppen trouwens omdat het veel te veel waarde toekent aan wat hersenscheten van verongelijkte mopperkonten.  De Twitterbubbels schreeuwen graag luid over ‘groeiende maatschappelijke bewegingen’ of ‘niet meer te negeren groepen’, maar in werkelijkheid blijven de groepjes even groot en zouden ze vooral nog meer genegeerd moeten worden dan nu het geval is.

En dit was allemaal nog vóór Elon Musk.

Ik heb zelf mijn Twitter app weer naar de kelder van mijn smartphone verplaatst. Waar ik hem er alleen nog af en toe uit haal voor iemand als Peter Breedveld of Fred Kwint. En verder kijk ik nog wel eens op Mastodon. Wat er geplaatst wordt op Mastodon doet er ook allemaal niet toe. Maar daar wordt dat in elk geval ook niet gepretendeerd.

Afbeelding automatisch gegenereerd door Dall-E op basis van de tekst.

Jongeren geven geen fuck om oude verfwerkjes

Hallo boomer! Het is natuurlijk even schrikken. Hoop je van een onbezorgde oude dag te genieten nadat je je leven lang onze maatschappij hebt opgebouwd voor jullie vrijstaande huis, Volvo XC40 en vliegvakanties naar Marbella  kinderen en kleinkinderen, gaan die kleinkinderen ineens de sfeer verpesten.

Door jullie er op te wijzen dat de aarde sterft, terwijl jullie lekker staan te staren naar oude schilderijtjes. Die je feitelijk veel beter kunt zien als een je een hi-res afbeelding op je 8K flatscreen tovert, maar dat terzijde. De bak in met dat tuig! Nul begrip zoals voor de boeren. Want die boeren waren boos op de overheid en da’s een stuk minder confronterend dan wanneer je zelf wordt aangesproken op je apathie tegenover het milieu natuurlijk.

Schande voor deze jongelui die strijden voor een betere wereld en daarbij zorgen voor mild ongemak. Als we dadelijk tot onze oksels in het zeewater staan, houden we allemaal een Monet boven ons hoofd. Want een Monet kan zich niet verdedigen. Nou kunnen wij ons tegen een cycloon ook niet verdedigen, maar ook sinds de opwarming lekker op dreef is, zijn die dingen altijd aan de andere kant van de wereld. Meestal in arme landen ook nog, dus die mensen moeten sowieso eerst maar eens aan het werk.

Geen enkele menselijke prestatie is groter dan wat de natuur de bieden heeft. En jongeren geven geen fuck om oude verfwerkjes. Ze zoeken niet onze sympathie, want met onze sympathie doen we al jaren geen ene zak. Ze willen ons wijzen op de urgentie, we moeten NU wat doen. Wen er maar aan, of beter nog: doe mee. Zoals jullie ouders vochten tegen de nazi’s, zo vechten jullie kleinkinderen tegen de opwarming. Ik geef toe, het is een wat abstractere vijand, maar nog veel destructiever.

Hartstikke tof dat jullie generatie dit land weer heeft opgebouwd. Maar jullie zijn gaan feesten terwijl het bouwen nog niet klaar was.

Deze column is geschreven voor Marketing Report

Fotocredit: Vincent M.A. Janssen, via Pexels

Boomeractivisme – Kökçü en Van Gogh

Vorige week was de officieuze week van het Boomeractivisme. Daar leek het althans wel op, zeker tegen het einde. Op de middelbare school van mijn zoon speelde naast een enorme regenboogloper een schoolbandje in het kader van Coming Out-Day. Rage Against The Machine, The Cranberries, The White Stripes. Een overtuigende case dat er na generatie Y geen ter zake doende muziek meer is gemaakt. We zijn nog steeds niet klaar met ons afzetten tegen de babyboomers.

Twee overtuigende voorbeelden uit het nieuws van vorige week: de milieuactivisten die een blikje tomatensoep tegen een Van Gogh mieterden en de Feyenoord-aanvoerder die geen regenboog-aanvoerdersband wilden dragen. Twee verwarrende acties, zo bleek uit de reacties die ik las op sociale media. Onmogelijk te voorspellen wat mensen die ik normaliter hoog acht voor bizarre meningen hierover hadden.

De soep eerst. Twee jonge milieuactivisten wilden aandacht vragen voor de schade die we wereld toebrengen met onze olieverslaving. Die aandacht vroegen ze door een blikje Campbell’s tomatensoep te gooien tegen een glazen ruitje dat een schilderij door Van Gogh beschermde. Daarna plakten ze hun hand tegen de muur van het museum. Minimale schade, maximale opbrengst. Want ze hadden alle tijd om hun zorgen uiteen te zetten. Een net betoog waarin ze de vraag opwierpen of het wel in de haak is om vele miljoenen uit te geven aan dit soort schilderijtjes en maar zo weinig aan duurzaamheid. De aarde sterft, maar de rijken der aarde (boomers) bieden tegen elkaar op voor stukjes ijdelheid.

Verwende snotapen

Dat ze zouden worden uitgemaakt voor tuig, dat er zou worden opgeroepen ze ‘heel erg lang en heel erg hard’ te straffen, dat hadden ze vast wel ingecalculeerd. Maar dat weldenkende mensen het over de boeg van verwende snotapen die gooien met eten zouden gooien, dat zal ze misschien verrast hebben. Wat ik verder veel las, waren berichten van voornamelijk oudere mensen die beweerden dat ze hun zaak hier alleen maar schade toebrachten. Wat natuurlijk onzin is. Het was een prachtige action performance waarbij Van Gogh en Warhol in gewelddadige botsing met elkaar kwamen. Gelukkig is er nog jeugd die vecht voor idealen.

Van soep naar voetbal. De Feyenoord-aanvoerder Orkan Kökçü weigerde in het weekend de aanvoerdersband te dragen. Volgens eigen zeggen omdat hij dat daar gezien zijn geloof niet helemaal achter kon staan. Hij schreef ook dat hij iedereen, ongeacht achtergrond of voorkeur respecteerde. Ik kan me er van alles bij voorstellen waarom een speler met een Turkse, islamitische achtergrond liever niet met een LHBTIQ+-symbool om de arm wil spelen. Zeker als je een Turkse international bent. Ik vind het wel heel erg jammer dat hij die band niet droeg. Het laat meteen duidelijk zien dat dit soort acties, met regenboog aanvoerdersbanden, zinvol en nodig zijn. Want er is nog veel om met elkaar over te praten.

Boomers klimmen in de pen

Maar dat praten, daar waren vooral de boomers-die-nog-wel-op-Facebook-en-Twitter-zitten niet zo van. Het was ofwel Groot gelijk, het moet maar eens afgelopen zijn met dat ‘homo-gejammer, ofwel Ze moeten die hufter voor altijd zijn aanvoerdersband afpakken. En dan lekker op elkaar reageren en elkaar idioten noemen.

Boomers zijn van zichzelf niet zo activistisch, die hebben een duwtje nodig om zich eerst ergens druk over te maken. Maar als ze eenmaal op gang zijn, dan is er geen stoppen meer aan. De weigering van Gökçü was het meest effectieve onderdeel van de hele actie. Net als de soepgooiers kreeg hij het voor elkaar om een stevige dialoog op gang te brengen. De boomers werden boos over de symboliek en pikten een stukje inhoud mee. Dat levert geen dialoog op die direct verandering brengt, maar het een volgende stapsteen op weg naar een mooiere, tolerantere wereld.

Deze column is geschreven voor Marketing Report

Afbeelding automatisch gegenereerd door Craiyon

Feministen, vreemdelingenhaters en naar beneden trappen

Afgelopen week speelde JC Decaux een bijrol in het nieuws. Posters die opriepen tot protest tegen een nieuwe aanpassing van de transgenderwet werden opgehangen, na ophef verwijderd en uiteindelijk weer teruggehangen.

Dat laatste lijkt mij een wijze beslissing. Alhoewel ik van mening ben dat tolerantie ten opzichte van intolerantie niet-wenselijk is (denk aan alle optredens van FvD-kamerleden of het haatzaaiende ONgehoord Nederland) denk ik dat we dit mogen scharen onder vrijheid van meningsuiting. Een groot deel van de mensen achter deze poster is niet zozeer intolerant, als wel een gevaarlijke combinatie van bang en slecht geïnformeerd.

Dit manifest is ondertekend door een kleurrijk gezelschap waar je naast een intellectuele topper als Bart Jan Spruyt ook mensen aantreft als “Theo Boer, vader van 2 kinderen”. Dat wekt vertrouwen.

Even over die wet zelf

Het grote bezwaar dat deze groep mensen heeft tegen de voorgestelde aanpassing is dat je als transgender niet meer naar een deskundige hoeft die voor jou beslist of jij wel of niet in een lichaam van het verkeerde geslacht geboren bent. Je mag dat straks zelfs beslissen en op het gemeentehuis aangeven dat je een aanpassing in je identiteitsbewijs wilt; hetzelfde gender als dat je daadwerkelijk bent.

Om al te spontane opwellingen te voorkomen, moet je na een aantal weken terugkomen om je wens te bevestigen. Dat klinkt als vooruitgang. Dus dat allerlei reactionaire en christelijke organisaties tegenstander zijn, is niet gek. Maar volgens een voormalig bastion van vooruitgang, de feministische beweging, is dat het niet. Volgens hen liggen er allerlei gevaren op de loer en al die veronderstelde gevaren worden weer eens afgewenteld op de vrouw.

Transgenders en asielzoekers

In het manifest zelf, in Twitter-discussies en artikelen en stukjes lees ik telkens hetzelfde patroon:

1) Transvrouwen zijn mannen die doen alsof ze vrouw zijn (transmannen worden volkomen genegeerd, ook in deze discussie);

2) Rechten voor transvrouwen zijn een bedreiging voor echte vrouwen (in een wereld die toch al heel gevaarlijk voor hen is.

Dit doet mij wel héél erg denken aan een andere recente maatschappelijk discussie:

1) Asielzoekers zijn gelukszoekers die doen alsof ze in gevaar zijn;

2) Deze asielzoekers krijgen huizen en geld cadeau terwijl de eigen bevolking geen woning heeft en de rekeningen niet kan betalen.

Kwetsbaren aanpakken

En er zijn wat meer paralellen tussen beide kwesties. Zo zijn de aannames niet geworteld in de realiteit of conform de huidige wetenschappelijke consensus (transgenders wegzetten als mensen die doen alsof is van een stuitende domheid). Maar het ergste is wat mij betreft dat simpelweg door het voeren van deze discussies de kwetsbare groepen waar het om gaat, worden beschadigd.

Het protest tegen de aanpassing van de transgenderwet is volgens Bart Jan Spruyt en zijn feministische aanhang niet op gang gekomen omdat men bang voor de agressie van trans-activisten. Een handige truc waarmee je de rol van slachtoffer behoudt terwijl de je de agressor bent en je ook meteen een alternatieve verklaring geeft voor de impopulariteit van je standpunt. De individuele transgender is kwetsbaar. Kwetsbaar voor misbruik, geweld en depressie. De gemeenschap heeft groot gelijk om daar direct tegen te protesteren en het niet te negeren zoals een door sommige opiniemakers werd geopperd.

Een asielzoeker heeft geen verweer

Een laatste overeenkomst in hoe transgenders en asielzoekers worden aangevallen die ik wil benoemen, is de volgende: in plaats van de werkelijke oorzaak aan te pakken, wordt een nóg weerlozer slachtoffer aangevallen. Naar beneden trappen dus.

In de asielzoekers kwestie gaat het niet écht om asielzoekers. Het gaat om zorgen over de eigen toekomst, je baan, je inkomen, je woning. Allemaal zaken waarvoor je eigenlijk de rijke, bezittende macht aan moet vallen om het op te eisen. Bij de mensen die te veel hebben, kun je door te demonstreren, lobbyen en staken opeisen waar je recht op hebt. Een asielzoeker heeft niets, zelfs geen verweer.

Bij het protest tegen deze transgender wet gaat het, op een paar kleinzielige uitzonderingen na, niet écht om de rechten voor transgenders. Het gaat hen om de onveiligheid die veel vrouwen nog steeds ervaren. Een volstrekt terechte zorg, waar we allemaal wat aan moeten doen. Maar dan moet je je niet voor een populistisch karretje laten spannen dat enkel ten doel heeft om de bestaande machtsstructuren te handhaven. We moeten doen wat Tim Hoffman in zijn nieuwe programma propageert: Pak de macht.

Wat dan wél?

Die onveiligheid voor vrouwen kun je wél effectief bestrijden door betere seksuele vorming aan te bieden op scholen. Door alcohol ge- en vooral misbruik terug te dringen. Door seksueel delinquenten beter te behandelen en vooral door de maatschappelijk norm te bestrijden dat al dat zogenaamd mannelijke gedrag oké is.

In plaats van de makkelijk te winnen strijd aan te gaan met groepen die nóg minder weerbaar zijn dan jij, zou je het op moeten nemen tegen de machtige systemen boven ons. Precies de systemen die mannetjes als Bart Jan Spruyt écht willen verdedigen.

Deze column is geschreven voor Marketing Report.

Foto uit ND.

Sympathie voor Gideon

Charisma kun je niet leren. Ik zag in een video op Twitter een wat onhandig bewegende en ongemakkelijk formulerende jongeman ergens op een balkonnetje in Amsterdam.

FvD zelf zou later juichen over een opkomst van duizenden, maar in de video zelf zag je dat het er maximaal een paar honderd waren. Het woord menigte was niet eens van toepassing. De jongeman in kwestie was Gideon van Meijeren. Gideon zit in de Tweede Kamer namens Forum voor Democratie. Zijn grootste talent is dat hij netjes doet wat Thierry aan hem vraagt, zonder dat hij ooit een bedreiging voor Thierry zal vormen. Gideon is een trouw type. Geen grootse spreker, geen grote denker maar met de gave om als een labrador uit te voeren wat het baasje opdraagt.

Ik kreeg een beetje medelijden met Gideon. Hij roept bij mij allerlei herinneringen op aan de middelbare school. Aan de jongens die er zo graag bij wilden horen, maar er telkens net buiten vielen. Jongens die vervolgens de minst weerbare kinderen gingen pesten, uit angst zelfs gepest te worden. Als schaduwen kopieerden ze het gedrag van de van nature populaire klasgenoten. Dezelfde kleren, dezelfde agenda’s, dezelfde bewegingen en dezelfde grapjes.

Maar als zij dan zo’n grapje maakte, lachte er niemand. Als zij een arm om de schouder van een meisje legden klonk er IIIeeeuuwwww! en rende dat meisje gruwelend weg. Dan probeerde die jongen zichzelf een houding te geven. Schaapachtig lachend om zich heen kijkend. Snel weer de aandacht verleggen door een bleek jongetje met rood haar de bril van de neus te trekken. Geen pesten uit haat, maar uit overlevingsdrang.

Je zag het Gideon in dat filmpje proberen een bevlogen toespraak houden. Hij gebruikte de woorden van Thierry, herhaalde de leugens van Thierry en probeerde te praten en te bewegen als Thierry. Maar het zit er gewoon niet in.

Vogeltjesdans

Ooit heb ik op een workshop in Mozambique een danswedstrijdje gedaan met een Mozambikaanse jongen. Eerst deed hij een dans voor die ik na moest doen. Dat ging niet. Daarna mocht ik een Nederlandse dans voordoen en ik dacht: “Ik zal hem hebben”. Ik koos voor de vogeltjesdans. Daar valt niets van te maken leek mij. Maar dat had ik volkomen mis. Wat wij in Nederland altijd hebben laten zien op het gebied van vogeltjesdans, het showballet van Penny de Jager incluis, stelt totaal niets voor bij wat deze jongen op basis van puur talent neerzette. Ik wil maar zeggen: ik weet hoe je je moet voelen, Gideon.

Het handjevol toeschouwers voelde het trouwens ook. De plaatsvervangende schaamte. Als hij het had over onze hardwerkende boeren, gelukszoekers of CO2-waanzin dan werd er gejuicht. Maar niet overtuigend gejuicht. Meer zoals je vader juicht wanneer je als keeper het tiende schot op doel ineens wél tegenhoudt en je je ploeg maar mooi op 9-0 verlies weet te houden. Gideon zoog het desondanks dankbaar op. Ook applaus uit medelijden is immers applaus.

Laat ik eerlijk zijn, Gideon steekt zijn energie in het verspreiden van verschrikkelijke leugens en desinformatie om een verwerpelijke agenda te promoten. Maar als je hem ziet in dat filmpje dan weet je, hier staat iemand die gewoon doet om maar gezien te worden. Om óók wat liefde te ontvangen. Iemand die ook wel eens wil weten hoe het voelt om een leider te zijn. Dus misschien is de oplossing wel gewoon dat we allemaal zeggen: Je bent oké Gideon. Je mag gewoon lekker zijn wie je bent. Je bent net zoveel waard als ieder ander, echt. Gideon is geen pester uit haat, maar uit overlevingsdrang.

Column geschreven voor Marketingreport.nl

Foto door Cottonbro Studio, rechtenvrij gedownload van Pexels.com